Het eerste weekend van de zomervakantie bracht ons een tropische zaterdag en een hele warme nacht met onweer. Om 7:30 was het voor ondergetekende tijd om op te staan en -na een snel ontbijt- naar café Krijnen te rijden voor de Riettocht. Inmiddels is onze beschermvrouwe op een leeftijd gekomen waar ze niet meer naar de Zeester in Gorishoek komt om ons te trakteren op koffie met een sauzijzen broodje, maar deze tocht dragen we met onverminderd enthousiasme aan haar op.
Om half negen stonden aan de start bij Krijnen: Kees Schr, Jeroen van der P., Marcel, Pytrik, Jan, Han, Gilbert en ikzelf (BvB). Kees blies mijn achterband nog wat harder op vlak voor vertrek, waarvoor dank.
We galoppeerden via de Ravelstraat de stad uit in de richting van Halsteren. Als geïmporteerde bruidegom verwijs ik voor de plaatsnamen van deze route graag naar de routebeschrijving elders op de site, ik ben al blij dat ik de routes inmiddels grotendeels op zicht ken en me niet bij iedere straathoek meer hoef af te wachten wat het peloton gaat doen.
Goed, via de brug bij Tholen gingen we Zeeland in, recht op het verste punt af, welke lag achter St. Annaland. Op de Thoolse brug werd al duidelijk dat Jan wellicht voor de groene of zelfs witte trui zou gaan, maar dat hij de bolletjestrui dit seizoen laat voor wat 'ie is. Ook prima, we hergroeperen altijd wanneer de groep uit elkaar komt te rijden.
Onder vakkundige leiding van Kees en Jeroen vlotte de tocht gestaag tot diep in Zeeland. Vlak voor St. Annaland reed Pytrik lek, een bekende bijwerking van nat wegdek. Zoals altijd hielp Kees de getroffene uit de brand. De regendruppels maakten plaats voor een waterig zonnetje terwijl we stonden te wachten. Eenmaal linksom gedraaid op het verste punt, kregen we de wind in de rug en ging de snelheid verder omhoog.
In Zeeland ligt er altijd klei op de weg. De combinatie van natte drek op de nieuwe shirts met haast tropische temperaturen, voelde wat vreemd aan-een soort voorjaarsklassieker in midden Afrika. Nog een tussenstop volgt voor Pytrik en zijn achterband, waar nog wat meer lucht in moest.
We smachten allemaal naar de Zeester als we Gorishoek indraaien. Kees zijn welbekende enthousiasme blijkt op dat moment net iets groter dan zijn geluk, want hij verloor de grip van zijn voorwiel in een niet al te bijzondere bocht. Even schrikken, want die manier van vallen lijdt vaak tot blessures, zoals we enkele dagen ervoor in de tour al hebben gezien. Gelukkig had Kees als een soort wielrijdende ninja zijn val vakkundig gebroken in plaats van iets anders, en met schaafwonden op de bekende plekken en een geschaafd stuurlint zat ook hij weer snel in het zadel.
Enkele kilometers later arriveerden we bij de Zeester, nog immer een plek waar veel fietsclubs op de koffie komen op zondagmorgen.
Bij de Zeester sterkten we met koffie weer aan, en in een tempo hoger begonnen we aan de laatste dertig kilometer van deze tocht. Nu zouden we niet meer onder de dertig komen, zo bleek achteraf. Via een fietspad pal aan de waterkant reden we met een schitterend uitzicht op de Oosterschelde richting de Oesterdam. Wel veel duikers en wandelaars liepen er, maar dat mocht de pret niet drukken. Wat een mooi pad!
Via Tholen rijden we door de polders naar Lepelstraat, waar Jan na de meeste bochten en bruggen uit het zadel moet om er weer bij te komen. Hij geeft echter geen krimp en meldt zich iedere keer weer monter op zijn plek in groep. Via Halsteren-Noord/West rijden we naar Bergen op Zoom, waar we nog een ommetje langs de sluis maken.
Wetende dat het de kansen op succes zal verbrijzelen, vertrek ik toch maar als eerste uit de groep voor een stuk koersen. Met Kees wissel ik een paar keer van kop, maar al voor de sluis zie ik Jeroen aansluiten met in zijn wiel Pytrik. Na de sluis heb ik zowaar een gaatje, maar dat was meer te wijten aan een remactie van Kees zo bleek aan de meet. Voorbij de sluis wist ik dat mijn strategie van weggaan-dan-aansluiten-en-dan-sprinten niets zou gaan opleveren deze dag, want na zo lang (voor mijn conditie dan...) in de wind te hebben gereden, ben ik niets meer geworden dan een richtpunt voor de snelle mannen achter me. 'Een vogeltje voor de poes' , in Belgische wielertermen.
Ter hoogte van Saver komt het achtervolgende drietal inderdaad als een soort TGV over me heen denderen. Kees sneuvelt ook nog voor de finish, maar Pytrik lijkt in een zetel naar de meet gedragen te worden in het wiel van Jeroen. Echter de twaalfvoudig clubkampioen laat zich niet zomaar verschalken, en na een finale krachtsinspanning van Pytrik maakt Jeroen het toch weer zijn dag aan de finish. We moeten echter wel eens afspreken waar die nu precies ligt, want onder andere mij is dat nog niet duidelijk. Maar goed, mijn benen was bij het passeren van denkbeeldige meet sowieso afgebrand, leeggereden en volledig verzuurd, dus veel zal het niet helpen.
Met 78 kilometers op de klok, 29.3 gemiddeld, melden we ons bij Loes voor een ronde oud bruin.
We proosten op een geweldige rit weer.
Reactie schrijven